Min-uren inhalen: de Wibra-zaak

Werknemers die buiten hun schuld niet kunnen werken, hebben recht op doorbetaling van hun loon. De niet-gewerkte uren hoeven ze niet in te halen. De CAO Retail Non Food bevat echter een regeling voor flexibele inzet, waardoor min-uren kunnen ontstaan. Wat zijn dat en waarom mag de werkgever deze wel laten inhalen van de rechter?

Wat zijn min-uren?
In de CAO Retail Non Food is geregeld hoe werkgever en medewerker flexibele inzet kunnen afspreken. In de arbeidsovereenkomst wordt vermeld hoeveel uur de medewerker gemiddeld per week werkt. Op deze basisuren wordt het vaste salaris gebaseerd.

De basisuren gelden ook als uitgangspunt voor het flexibel werken. De werkgever kan de medewerker verplichten wekelijks meer of minder arbeidsuren te werken binnen een bandbreedte van + en – 35 procent ten opzichte van zijn basisuren. Als periode om te bepalen in hoeverre de feitelijke werktijd afwijkt van de basisuren stelt de werkgever een referteperiode van 12 maanden vast.

Als aan het einde van een referteperiode minder is gewerkt dan de voor de referteperiode berekende basisuren, dan komen deze min-uren te vervallen en hoeft de medewerker deze niet in te halen door in de periode erna meer te werken.

Het is aan de werkgever om de werknemers zo in te plannen dat ze binnen de referteperiode aan hun basisuren komen.

Lockdown leidde tot min-uren
Op 15 december 2020 heeft de overheid in verband met de coronapandemie een lockdown ingesteld, die onder meer een winkelsluiting inhield. Met ingang van 1 januari 2021 heeft Wibra haar werknemers voor minder uren ingeroosterd om de gevolgen van de winkelsluiting te overbruggen. Pas sinds 28 april 2021 waren de winkels met inachtneming van veiligheidsmaatregelen weer geheel open. In de eerste maanden van 2021 zijn er door het personeel meer dan gemiddeld min-uren opgebouwd. Het gaat om min-uren in de referteperiode van 1 januari tot en met 31 december 2021.

Referteperiode loopt nog
Wibra heeft gedurende de gehele periode de salarissen doorbetaald en houdt haar werknemers aan de afspraak om daartegenover in 2021 een gemiddeld aantal uren per week te werken. Dat betekent inhalen van de min-uren gedurende de rest van 2021, met inachtneming van de bandbreedtes in de CAO.

Oordeel rechter
Volgens de rechter leidt dit niet tot onaanvaardbare resultaten. Gemiddeld dient het winkelpersoneel over de resterende weken van 2021 in totaal slechts 40 minuten aan min-uren boven het aantal basisuren te werken.

Let op: Het is afhankelijk van de arbeidsrechtelijke situatie of u van uw werknemers mag vragen om uren die ze tijdens de lockdown minder hebben gewerkt zonder extra salaris in te halen.